• dé·jà vu
enkelvoud meervoud
naamwoord déjà vu déjà vu's
verkleinwoord déjà vuutje déjà vuutjes

het déjà vuo

  1. (psychologie) het gevoel of de gewaarwording dat men iets reeds eerder heeft gezien of meegemaakt, terwijl men weet dat dat niet het geval is
    • Als je het gevoel hebt dat je een bepaalde ervaring eerder meemaakte, maar tegelijk weet dat dat niet zo is, dan heb je een déjà vu. Wat is een déjà vu precies?[1] 


(samenkoppeling) van déjà en vu [1]

enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  déjà vu     le déjà vu     déjà vus     les déjà vus  

déjà vu m

  1. (psychologie) déjà vu, het gevoel iets al eerder gezien te hebben