cyclisme
- cy·clis·me
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cyclisme | - |
verkleinwoord | - | - |
het cyclisme o
- (sport) hard fietsen als tak van sport
- Het zijn eerder zonderlingen die het Nederlandse cyclisme komen vertegenwoordigen in de oudste en mooiste klassieker. [1]
- (filosofie) leer waarin ontwikkelingen steeds rondgaan en elke herhaling wel anders is, maar er per saldo geen vooruitgang optreedt
- Psychologische overwegingen en logische argumenten dwingen om het cyclisme ten gunste van het evolutionisme te verwerpen. [2]
- [1] wielersport
- [1] wielrennen
- Het woord cyclisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "cyclisme" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Camps, H.Passie (22 april 2017) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2017-06-20
- ↑ Elsbach, A.C."Evolutionisme" in:Elsbach, A.C. e.a. (eds.)Encyclopaedisch handboek van het moderne denken deel 1 (1931) Van Loghum Slaterus, Arnhem; p. 304; geraadpleegd 2017-06-20
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
cyclisme m