cybercriminaliteit
- cy·ber·cri·mi·na·li·teit
- afgeleid van criminaliteit met het voorvoegsel cyber-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cybercriminaliteit | - |
verkleinwoord | - | - |
de cybercriminaliteit v
- (informatica) criminaliteit gepleegd via de elektronische snelweg (b.v. internet) zoals het kraken van bankrekeningen
- een buitengewone vorm van cybercriminaliteit is het z.g. grooming door digitale kinderlokkers die contacten leggen met kinderen via chatprogramma's
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord cybercriminaliteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.