cumulverbod
- Geluid: cumulverbod (hulp, bestand)
- cu·mul·ver·bod
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cumulverbod | cumulverboden |
verkleinwoord |
het cumulverbod o
- (politiek) het tegelijk parlementslid zijn en een bepaald ander politiek ambt hebben (bv burgemeester of schepen)
- Het woord 'cumulverbod' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.