cultuurverschijnsel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cul·tuur·ver·schijn·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cultuurverschijnsel cultuurverschijnselen
cultuurverschijnsels
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het cultuurverschijnselo

  1. (sociologie) opvallend of kenmerkend onderdeel binnen de tradities, opvattingen, waarden en normen van een samenleving
     In een terugblik op zijn studies van het begrip ‘hoofsheid’ herinnerde hij zich de „flits” waarmee allerlei twaalfde-eeuwse cultuurverschijnselen op hun plaats waren gevallen die allemaal met het ontwakende ‘ik’ van het humanisme te maken hadden.[2]
     Zij komt uit een protestants gezin in het Duitse Emden, maar is als antropologe heel anders naar religie gaan kijken. Haar denken over dit cultuurverschijnsel is beslissend beïnvloed door een jarenlang verblijf in Afrika.[3]
     Cultuurverschijnsels zijn alledaagse culturele uitingen in de vorm van tradities, rituelen en sociale praktijken.[4]
     Kennen mediterrane landen al eeuwen lang de siësta (het middagslaapje op het heetst van de dag), wij zijn bezig een nieuw cultuurverschijnsel te creëren: de vrije vrijdag.[5]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Hans Steketee
    “Een geleerde op onbekende zee” (22 november 2019) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron
    Dirk Vlasblom
    “‘Religie is vooral iets wat mensen doen’” (7 mei 2016) op nrc.nl  
  4.   Weblink bron
    Isabel Ruiz e.a.
    “Lesplan : De behandeling van liefdesdilemma s in de middeleeuwen : Een bijdrage aan de lesstof van het vak Nederlands binnen het kader van Middeleeuwse literatuurgeschiedenis voor het vierde jaar van het Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs” (9 april 2009), Universiteit Utrecht / Lek & Linge, Culemborg, p. 11
  5.   Weblink bron
    Irene Ras
    “Drie dagen weekend” (28 november 2008) op nrc.nl