cultuurbarbaar
- cul·tuur·bar·baar
- samenstelling van cultuur en barbaar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cultuurbarbaar | cultuurbarbaren |
verkleinwoord | cultuurbarbaartje | cultuurbarbaartjes |
de cultuurbarbaar m
- iemand met weinig benul van culturele zaken en waarden
- Die cultuurbarbaar zal dat prachtige concert echt niet naar waarde schatten.
- Het woord cultuurbarbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.