cruisen
- crui·sen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
cruisen |
cruisede cruisete |
gecruised gecruiset |
zwak -t
zwak -d |
volledig |
cruisen
- een cruise maken
- Het imposante schip cruiset overwegend tussen de Griekse eilanden.
- Het eerste traject wordt gevlogen, dan cruiset men naar Malta, Alexandrië en Port Said.
- opzichtig rondrijden in een auto
- Met de cabriolet cruisen we stapsvoets langs de terrasjes.
- rondlopen, rondhangen op een plek op zoek naar seksuele contacten
- In het Vondelpark mag niet meer gecruised worden.
- Het woord cruisen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "cruisen" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ cruisen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be