criminologe
- Geluid: criminologe (hulp, bestand)
- cri·mi·no·lo·ge
- Afgeleid van criminoloog met het achtervoegsel -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | criminologe | criminologes |
verkleinwoord |
de criminologe v
- (beroep) vrouwelijke vorm van criminoloog
- ▸ Er is nogal wat mis met het veiligheids- en milieubesef bij gevaarlijke bedrijven. Uit wetenschappelijk onderzoek van de criminologe Marieke Kluin blijkt dat tweederde van de onderzochte bedrijven zich niet aan de voorschriften houdt.[1]
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord criminologe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Hugo van der Parre“Chemiesector laks met regels” (Dinsdag 11 november 2014, 15:00), NOS