cracker
- crac·ker
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘droge biscuit’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1950 [1]
- Naamwoord van handeling van cracken met het achtervoegsel -er [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cracker | crackers |
verkleinwoord | crackertje | crackertjes |
de cracker m
- (voeding) een soort biscuit die is ontstaan als vorm van scheepsbeschuit
- De eerste echte cracker ontstond toen een andere bakker uit Massachusetts, Josiah Bent, in 1801 een beschuitje aanbrandde in zijn steenoven. Het krakend geluid dat dit maakte inspireerde tot de naam cracker (Engels voor kraker).
- (informatica) computerkraker
- [2] crackersgroep
- [2] mannelijke vorm van crackster
- Het woord cracker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "cracker" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "cracker" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ cracker op website: Etymologiebank.nl
- ↑ cracker op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be