Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • co·spon·sor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cosponsor cosponsoren
cosponsors
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de cosponsorm

  1. een van de kleinere sponsors naast de belangrijkste hoofdsponsor
     De KNSB moet volgend jaar voor het marathonschaatsen op zoek naar een andere cosponsor naast KPN. Unox staat dit seizoen nog wel op de pakken van de mannen en vrouwen van de lange adem, maar fabrikant Unilever heeft besloten de jarenlange samenwerking in 2015 te beëindigen, om het merk het hele jaar door te kunnen promoten.[2]
     "Naast VolkerWessels hebben een groot aantal bedrijven uit de regio zich bereid verklaard als cosponsor op te treden. Dit betekent dat de huidige doelstelling van de ploeg, te weten het opleiden van jonge talentvolle renners uit de regio, verder kan worden vormgegeven", staat in een persbericht van de ploeg.[3]
     Veel schaatsers die onlangs hun sponsor zagen vertrekken, kunnen opgelucht ademhalen. De komende twee seizoenen kunnen de mannen die voor Team beslist.nl reden verder bij Team Plantina. De producent van voedingssupplementen gaat bovendien een allroundteam sponsoren, samen met cosponsor Continu.[4]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

62 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. cosponsor op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Marathonschaatsen raakt sponsor kwijt” (16-10-2014), Tubantia
  3.   Weblink bron “VolkerWessels nieuwe sponsor wielerteam” (21-09-2016,), Tubantia
  4.   Weblink bron “Romme en Van Velde gaan op in nieuwe schaatsploeg” (10-01-2017), Tubantia
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be