Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cos·me·ti·ca·merk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cosmeticamerk cosmeticamerken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het cosmeticamerko

  1. naam waaronder een bedrijf cosmeticaproducten verkoopt
     'Femme à la voilette' was in het voorjaar al als bruikleen te zien op een tentoonstelling in het museum. Vanuit deze positie kon het museum het beeld uiteindelijk kopen van de eigenaar: de zoon van Estée en Joseph Lauder, oprichters van het beroemde cosmeticamerk.[1]
     De paar rijkste families van Frankrijk zegden meteen na de brand honderden miljoenen euro's toe. Onder de donateurs zijn de miljardairsfamilies Pinault van de modemerken Gucci en Yves Saint Laurent en de familie Bettencourt van cosmeticamerk l'Oreal.[2]
     Rituals heeft zo'n duizend winkels met onder andere doucheproducten, crèmes, geurstokken en -kaarsen. Er werken zo'n 4600 mensen. Vorig jaar boekte het bedrijf een omzet van 1,1 miljard euro. Dat was bijna 25 procent meer dan in 2020, toen het cosmeticamerk op 888 miljoen uitkwam.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Boijmans koopt voor 1,9 miljoen een Medardo Rosso” (Dinsdag 25 november 2014, 20:52), NOS
  2.   Weblink bron “Voor het eerst in 200 jaar geen kerstnachtmis in Notre-Dame” (Zondag 22 december 2019, 08:14), NOS
  3.   Weblink bron “'Rituals discrimineerde vrouwelijke medewerkers met make-upvoorschriften'” (Maandag 29 augustus 2022, 15:55), NOS