contrariant
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: contrariant (hulp, bestand)
Woordafbreking
- con·tra·ri·ant
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van contrariëren met het achtervoegsel -ant
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | contrariant | contrarianten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de contrariant m
- iemand die contrarieert (dwars ligt), een dwarsligger
Gangbaarheid
- Het woord 'contrariant' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.