contextueel
- Geluid: contextueel (hulp, bestand)
- con·tex·tu·eel
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | contextueel | contextueler | contextueelst |
verbogen | contextuele | contextuelere | contextueelste |
partitief | contextueels | contextuelers | - |
contextueel
- de context betreffend, op de context berustend, in de context aanwezig
- Het woord contextueel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "contextueel" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be