• con·tai·ner·ha·ven
enkelvoud meervoud
naamwoord containerhaven containerhavens
verkleinwoord containerhaventje containerhaventjes

de containerhavenv / m

  1. (scheepvaart) een haven waar men scheepscontainers kan verwerken
     In Santos, de belangrijkste containerhaven van Brazilië, hebben havenarbeiders de toegang voor vrachtwagens geblokkeerd. Ook in zes andere havens hebben stuwadoors blokkades opgeworpen bij de toegangswegen.[2]
     Als voorbeeld hoe het niet moet, noemt de adviesraad de containerhaven in Amsterdam waar bijna geen schip komt. "Voor de containeroverslag is concentratie van veel aan- en afvoerlijnen belangrijk. Dat vraagt een schaalgrootte die Rotterdam heeft en Amsterdam niet", zegt Westdijk.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “'Dag van Nationale Strijd' in Brazilië” (Donderdag 11 juli 2013, 19:40), NOS
  3.   Weblink bron “Raad: havenbedrijven moeten fuseren” (Dinsdag 27 april 2010, 09:30), NOS