conjunctiva
- Geluid: conjunctiva (hulp, bestand)
- con·junc·ti·va
- Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘oogbindvlies’ voor het eerst aangetroffen in 1901 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | conjunctiva | conjunctivae |
verkleinwoord | conjunctivaatje | conjunctivaatjes |
de conjunctiva v
- (anatomie) oogbindvlies dat de oogbol en de achterzijde van de oogleden bekleedt
1.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord conjunctiva staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.