confabulatie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·fa·bu·la·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Van het Latijnse confabulatio.
- Naamwoord van handeling van confabuleren met het achtervoegsel -atie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | confabulatie | confabulaties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (psychologie) vormsel van de fantasie, verdichtsel, verzinsel
- Wat zou de meest voorkomende geestesziekte zijn die een dergelijke confabulatie kan geven?
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'confabulatie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.