condensatievermogen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·den·sa·tie·ver·mo·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord condensatievermogen condensatievermogens
verkleinwoord condensatievermogentje condensatievermogentjes

Zelfstandig naamwoord

het condensatievermogeno

  1. het vermogen dat de grond heeft om het vocht te behouden en de waterdamp uit de lucht te verdichten
  2. het vermogen dat (de warmte die) vrijkomt bij condensatie van een damp
  3. de capaciteit van een condenser om een damp tot vloeistof te condenseren (uitgedrukt in liter per uur)


Gangbaarheid