condensatievermogen
- con·den·sa·tie·ver·mo·gen
- samenstelling van condensatie zn en vermogen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | condensatievermogen | condensatievermogens |
verkleinwoord | condensatievermogentje | condensatievermogentjes |
het condensatievermogen o
- het vermogen dat de grond heeft om het vocht te behouden en de waterdamp uit de lucht te verdichten
- het vermogen dat (de warmte die) vrijkomt bij condensatie van een damp
- de capaciteit van een condenser om een damp tot vloeistof te condenseren (uitgedrukt in liter per uur)
- Het woord 'condensatievermogen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.