concurreer weg
- con·cur·reer weg
- uit concurreer (werkwoord) en weg, hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
wegconcurreren |
concurreer (...) weg
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegconcurreren
- Ik concurreer weg.
- gebiedende wijs van wegconcurreren
- Concurreer weg!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegconcurreren
- Concurreer je weg?
- Het woord concurreer weg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.