concheren
- con·che·ren
concheren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
concheren |
concheerde |
geconcheerd |
zwak -d | volledig |
- (kookkunst) mengen bij een temperatuur van 80° C van cacaoboter, suiker en andere ingrediënten bij de bereiding van chocola
- ▸ De in de peul aanwezige bonen worden door middel van fermentatie, drogen en branden op smaak gebracht, daarna worden ze gemalen en tot cacaopasta gewalst, een massa die voor 55 procent uit cacaoboter bestaat. Die cacaopasta wordt vervolgens verder behandeld, verhit en uitgewreven en op smaak gebracht met suiker en vanille, soms met melkpoeder voor melkchocolade, deze fase heet concheren.[1]
1. mengen bij een temperatuur van 80° C van cacaoboter, suiker en andere ingrediënten bij de bereiding van chocola
- Het woord 'concheren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Marjoleine de Vos“Vraag het de thuiskok” (19 mei 2012) op nrc.nl