computerles
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: computerles (hulp, bestand)
Woordafbreking
- com·pu·ter·les
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van computer en les
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | computerles | computerlessen |
verkleinwoord | computerlesje | computerlesjes |
Zelfstandig naamwoord
- (onderwijs) een les gegeven met de computer als hulpmiddel
- Tijdens de computerles konden we op de computer grammaticaoefeningen doen.
- (informatica) (onderwijs) een les waarin computervaardigheden worden geleerd
- Tijdens de computerles moesten we een document maken met het programma Open-Office
Gangbaarheid
- Het woord computerles staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.