computergebruik
- com·pu·ter·ge·bruik
- samenstelling van computer en gebruik
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | computergebruik | |
verkleinwoord |
het computergebruik o
- het toepassen van computers
- Het computergebruik in het onderwijs neemt sterk toe.
- Het computergebruik in sociale contacten is heel sterk toegenomen.
- Het woord computergebruik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.