computerbouwer

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  computerbouwer    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• com·pu·ter·bou·wer

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  computer zn  en  bouwer zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	computerbouwer	computerbouwers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de computerbouwer m

1. persoon of organisatie die computersproduceert

   ▸ Amazon doet het omgekeerde van wat Apple doet: Apple is oorspronkelijk een computerbouwer die de laatste jaren geld probeert te verdienen aan de online verkoop van muziek, boeken, films en applicaties. Dingen die Amazon groot maakten.

   ▸ Door fouten in de software konden kwaadwillenden makkelijk op de computer inbreken. Na de ophef besloot Lenovo om de software niet meer mee te leveren. Ook maakte de computerbouwer het mogelijk om de software te verwijderen.

Synoniemen

• computerfabrikant, computerproducent

Gangbaarheid

• Het woord computerbouwer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.