competitiezege
- com·pe·ti·tie·ze·ge
- samenstelling van competitie zn en zege zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | competitiezege | competitiezeges |
verkleinwoord |
- een overwinning van een competitiewedstrijd
- ▸ Door de vijfentwintigste competitiezege van dit seizoen - de zeventiende op rij en de twaalfde met één doelpunt verschil - is de voorsprong van het nog ongeslagen Liverpool op nummer twee Manchester City opgelopen tot 25 punten.[1]
- ▸ Na de rust hield Real, dat zijn vijfde competitiezege op rij boekte, het duel onder controle. In het slot liep het via invaller Lukas Vázquez en Luka Jovic (knal) uit naar 4-1. Real heeft nu zes punten voorsprong op nummer twee FC Barcelona, dat zondag om 21.00 uur op bezoek gaat bij Real Betis.[2]
- Het woord competitiezege staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron NOS Voetbal“Koploper Liverpool met moeite langs hekkensluiter Norwich City” (Zaterdag 15 februari 2020, 20:42), NOS
- ↑ Weblink bron NOS Voetbal“Prachtgoal De Jong helpt Barcelona na hete strijd aan zege op Real Betis” (Zondag 9 februari 2020, 18:10), NOS