communicatie-instrument

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·mu·ni·ca·tie-in·stru·ment
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord communicatie-instrument communicatie-instrumenten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het communicatie-instrumento

  1. (communicatie) middel waarmee men (op professionele wijze) een uitwisseling van informatie kan bevorderen

Gangbaarheid

Meer informatie