Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·man·di·ta·ris
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord commanditaris commanditarissen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

commanditaris

  1. (juridisch) stille vennoot in een commanditaire vennootschap

Gangbaarheid