comedian Toon Hermans
  • co·me·di·an
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord comedian comedians
verkleinwoord

de comedianm

  1. (beroep) iemand die humoristische voorstellingen maakt
     In een verklaring aan het begin van het 18de seizoen van het praatprogramma, die alvast online is gezet, zegt de comedian sorry tegen de getroffenen en dat ze "verantwoordelijkheid neemt voor wat er bij mijn show gebeurt".[2]
     Theatermaker en comedian Mo Hersi was drie jaar oud toen hij Ethiopië ontvluchtte en naar Nederland kwam. Hij maakt zich zorgen om de situatie in zijn geboorteland.[3]
  1. comedian op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Ellen DeGeneres zegt sorry voor verziekte werksfeer, belooft 'nieuw begin'” (21-09-2020), NOS
  3.   Weblink bron “Bloedig conflict in Noord-Ethiopië, wat is er aan de hand?” (18-11-2020), NOS