• com·bi·taks
enkelvoud meervoud
naamwoord combitaks combitaksen
verkleinwoord

de combitaksv / m

  1. belasting die iemand moet betalen voor vervoer in een politiebusje als hij of zij is afgevoerd wegens ordeverstoring of openbare dronkenschap
     Eventuele herrieschoppers riskeren niet alleen opgepakt te worden, maar ook een combitaks en/of GAS-boete te moeten betalen.[1]


  1.   Weblink bron “Samenscholingsverbod in Borgerhout na oproep tot illegale manifestatie” (11/01/2013), De Standaard