Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·bi·na·tie·vac·cin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord combinatievaccin combinatievaccins
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het combinatievaccino

  1. (medisch) vaccin dat dient ter bescherming tegen 2 of meer ziekteverwekkers
     Om die stijging een halt toe te roepen, wordt het vaccin nu aangepast. In de loop van volgend jaar krijgen alle baby's van 14 maanden een combinatievaccin, dat beschermt tegen meningokokken type A, C, W en Y.[1]
     De vaccinatie tegen kinkhoest wordt gegeven in een combinatievaccin dat behalve tegen kinkhoest bescherming biedt tegen difterie, polio, tetanus, hepatitis B en Hib, een bacterie die hersenvliesontsteking kan veroorzaken.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Jonge pubers krijgen vaccin tegen meningokokken” (25-09-2017), NOS
  2.   Weblink bron “Advies: geef jonge baby's één vaccinatie minder tegen kinkhoest” (18-12-2018), NOS