collega-hoogleraar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • col·le·ga-hoog·le·raar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord collega-hoogleraar collega-hoogleraars
collega-hoogleraren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de collega-hoogleraarm

  1. (beroep) (onderwijs) iemand die net als de eerder genoemde persoon ook een professor is

Gangbaarheid