• co·a·li·tie·top
enkelvoud meervoud
naamwoord coalitietop coalitietoppen
verkleinwoord

de coalitietopm

  1. (politiek) de leiders van een verbond
     Chan Santoki, de gedoodverfde opvolger van president Bouterse, liet zich ook testen en bleek niet besmet. Maar door de afwezigheid van de coalitietop, kan zijn benoeming hierdoor opnieuw vertraging oplopen.[1]
     "Wij kwamen er in dat jaar 2013 pas in augustus achter. Toen hebben wij dat aangekaart. Toen zei het ministerie: de minister weet ervan, het is een bewuste keus." "Wat kwalijk is, met de kennis van nu, is dat ze een besluit hebben genomen wat niet gepubliceerd is: ze zijn juist méér gaan winnen. Het was een besluit van de coalitietop en dat was een meedogenloos besluit."[2]
  1.   Weblink bron “Parlementsvoorzitter Suriname en coalitietop besmet met coronavirus” (Donderdag 2 juli 2020, 08:35), NOS
  2.   Weblink bron
    Reinalda Start
    “'Vorige kabinet nam meedogenloos besluit over gas'” (Donderdag 1 februari 2018, 06:14), NOS