coördinatrice
- co·or·di·na·tri·ce
- Naamwoord van handeling van coördineren met het achtervoegsel -atrice
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | coördinatrice | coördinatrices |
verkleinwoord | coördinatricetje | coördinatricetjes |
de coördinatrice v
- (beroep) vrouwelijke vorm van coördinator
- Het woord coördinatrice staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "coördinatrice" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be