coördinatieteam
- co·or·di·na·tie·team
- samenstelling van coördinatie zn en team zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | coördinatieteam | coördinatieteams |
verkleinwoord |
het coördinatieteam o
- groep mensen die samen de samenhang en samenwerking tussen verschillende personen en organisaties regelt
- ▸ Arts-microbioloog Edwin Boel bevestigt dat er tests onbenut bleven. Als teamleider van het Landelijk Coördinatieteam Diagnostische Keten coördineert hij de testcapaciteit in Nederland. "Ik heb gezien dat er minder getest is dan er capaciteit was."[1]
- ▸ "We moeten dus gaan selecteren in de spreekkamer", zegt Rinske van der Bij van het landelijk PrEP-coördinatieteam van de GGD. "We kunnen bijvoorbeeld kijken naar homoseksuele mannen onder de 25 jaar, omdat zij vaak wisselende seksuele contacten hebben. Maar ook homoseksuele asielzoekers lopen risico. We kunnen niet iedereen bedienen."[2]
- ▸ In Guinee hebben 816 mensen mogelijk contact gehad met mensen die ebola hebben of aan de ziekte zijn overleden. Een speciaal ebola-coördinatieteam in het West-Afrikaanse land zegt dat de groep onder huisarrest is geplaatst om te voorkomen dat het virus zich verspreidt.[3]
- Het woord coördinatieteam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Er kon veel meer getest worden in de zorg en 'dat had doden kunnen schelen'” (Dinsdag 9 juni 2020, 19:56), NOS
- ↑ Weblink bron “Hiv-preventiepil vanaf vandaag verstrekt, GGD's verwachten wachtlijsten” (Donderdag 1 augustus 2019, 07:14), NOS
- ↑ Weblink bron “Guinee: 816 mensen mogelijk in contact met ebola-gevallen” (Dinsdag 22 maart 2016, 02:21), NOS