coïtaal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- co·i·taal
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | coïtaal | coïtaler | coïtaalst |
verbogen | coïtale | coïtalere | coïtaalste |
partitief | coïtaals | coïtalers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
coïtaal
- betrekking hebbend op de paring
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord coïtaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "coïtaal" herkend door:
57 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be