clubnaam

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  clubnaam    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• club·naam

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  club zn  en  naam zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	clubnaam	clubnamen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de clubnaam m

1. (sport) de naam waaronder een sportclub bekend staat

   ▸ Sterling had tegen zijn vriendin gezegd dat ze niet met zwarte mensen op de foto moet gaan en dat ze hen niet mag meenemen naar wedstrijden van de Clippers. Die uitspraken leidden tot een golf van verontwaardiging en uit protest deden de spelers afgelopen zondag de warming-up voor de wedstrijd in Oakland met hun shirt binnenstebuiten, zodat de clubnaam niet zichtbaar was.

   ▸ Vincent Janssen, zoon van voormalig topzwemster Annemarie Verstappen, is het uithangbord van Almere City geworden. "Aan alles merk je dat hij uit een topsportfamilie komt," zegt Grim. "Het is een echte prof die nooit verzaakt. Voor onze club is het prachtig dat hij nu in Jong Oranje debuteert. Dat doet de clubnaam goed."

Gangbaarheid

• Het woord clubnaam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.