climacterium
- cli·mac·te·ri·um
- Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘overgangsjaren van een vrouw’ voor het eerst aangetroffen in 1913 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | climacterium | - |
verkleinwoord | - | - |
1.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord climacterium staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "climacterium" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ climacterium op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).