cirkelbus
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cir·kel·bus
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van cirkel zn en bus zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cirkelbus | cirkelbussen |
verkleinwoord | cirkelbusje | cirkelbusjes |
Zelfstandig naamwoord
de cirkelbus m
- bus waarmee men ouderen vervoert en die door vrijwilligers wordt bestuurd
Gangbaarheid
- Het woord cirkelbus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.