circuszeeleeuw
- cir·cus·zee·leeuw
- samenstelling van circus en zeeleeuw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | circuszeeleeuw | circuszeeleeuwen |
verkleinwoord | circuszeeleeuwtje | circuszeeleeuwtjes |
de circuszeeleeuw m
- een zeeleeuw die optreedt of optrad in een circus
- circusdier, circusaap, circusgiraf, circusgiraffe, circushond, circuskameel, circuskangoeroe, circuskrokodil, circuslama, circusleeuw, circusolifant, circuspanter, circuspinguïn, circusslang, circustijger, circuszebra
- Het woord 'circuszeeleeuw' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.