Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • chlo·riet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord chloriet chlorieten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het chlorieto

  1. (scheikunde) een zout op basis van het ion ClO2
    • De bereiding van chloordioxide dat als bleekmiddel in de papierbereiding gebruikt wordt is een belangrijke toepassing van chloriet. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

62 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen