chilipoeder
  • chi·li·poe·der
enkelvoud meervoud
naamwoord chilipoeder chilipoeders
verkleinwoord chilipoedertje chilipoedertjes

chilipoeder m/o

  1. (voeding) een pittig smakend poeder van gedroogde chilipepers, soms aangevuld met andere specerijen
     1. Olijfolie2. Vis3. Biologisch voedsel4. Melk5. Granen6. Honing en ahornsiroop7. Koffie en thee8. Kruiden (zoals saffraan en chilipoeder)9. Wijn10. Bepaalde vruchtensappen[1]
     Ze verhitten ijzeren poken en brandden strepen op mijn rug", vertelt hij. "Ook trokken ze een keer een zak vol chilipoeder over mijn hoofd, tot ik flauwviel. Ze verkrachtten mij.[2]
  1.   Weblink bron “Overheerlijke delicatesse: calamanus” (17-10-2013), NOS
  2.   Weblink bron “'Tientallen Tamils gemarteld door Sri Lankaanse autoriteiten'” (08-11-2017), NOS