Nederlands

 
chikungunyavirus
Uitspraak
Woordafbreking
  • chi·kun·gu·nya·vi·rus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord chikungunyavirus chikungunyavirussen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het chikungunyaviruso

  1. (virussen) (medisch) verwekker van de ziekte chikungunya, met milde koorts en gewrichtspijnen als gevolg, de soort Chikungunya virus  
     De ziekte wordt overgedragen door dezelfde soort muggen die ook het zikavirus, knokkelkoorts en het chikungunyavirus kan meedragen.[1]
     In Brazilië is het aantal besmettingen met het chikungunyavirus dramatisch toegenomen. In het land zijn dit jaar al meer dan 251.000 ziektegevallen geregistreerd. Dat heeft het Braziliaanse ministerie van Volksgezondheid donderdag bekendgemaakt.[2]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “WHO: wereldwijde voorraad vaccin tegen gele koorts raakt op” (17-06-2016), Tubantia
  2.   Weblink bron “Enorme toename chikungunya in Brazilië” (24 november 2016), Reformatorisch Dagblad