chapellerie

Nederlands

[1] chapellerie

Uitspraak

• Geluid:  chapellerie    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• cha·pel·le·rie

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Frans

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	chapellerie	chapellerieën chapelleries
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de chapellerie v

1. (hoofddeksel), (industrie) bedrijf waar men machinaal hoeden produceert
2. (hoofddeksel), (handel), (bedrijf) winkel waar men hoeden verkoopt

Synoniemen

• [1] hoedenfabriek
• [2] hoedenwinkel, hoedenzaak

Gangbaarheid

• Het woord 'chapellerie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Frans

Uitspraak

• Geluid:

Woordherkomst en -opbouw

• van chapelier met het achtervoegsel -erie

enkelvoud		meervoud
zonder lidwoord	met lidwoord	zonder lidwoord	met lidwoord
chapellerie	la chapellerie	chapelleries	les chapelleries

Zelfstandig naamwoord

chapellerie v

1. (hoofddeksel), (industrie) chapellerie [1]
2. (hoofddeksel), (handel), (bedrijf) chapellerie [2], hoedenwinkel, hoedenzaak