Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • cha·co·cha·cha·la·ca
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord chaco-chachalaca chaco-chachalaca's
verkleinwoord chaco-chachalacaatje chaco-chachalacaatjes

Zelfstandig naamwoord

chaco-chachalaca

  1. (hoendervogels) Ortalis canicollis   een vogel uit de familie sjakohoenders en hokko's (Cracidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1830 door Johann Georg Wagler. De soort komt voor in het midden van Zuid-Amerika en telt 2 ondersoorten
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie