cerise
- ce·ri·se
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kerskleurig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1912 [1] [2]
stellend | |
---|---|
onverbogen | cerise |
verbogen | |
partitief | cerises |
cerise
- kerskleurig, kerskleur, kersrood
- Het woord cerise staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "cerise" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
53 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "cerise" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ cerise op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be