Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cen·trum·func·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord centrumfunctie centrumfuncties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de centrumfunctiev

  1. functie als centrum, vooral van een plaats ten opzichte van het omliggende gebied

Gangbaarheid