1.1 een honderdste van de munteenheid (postzegel Cuba, 1899)
1.2 muntje met de waarde van een honderdste van de munteenheid (Brazilië, 1997)
  • cen·ta·vo
enkelvoud meervoud
naamwoord centavo centavo's
verkleinwoord - -

de centavom

  1. cent
    1. een honderdste van de munteenheid in landen waar Spaans of Portugees wordt gesproken
      • Van alles weet ze tot op de centavo nauwkeurig hoeveel het kost. [1]
    2. (numismatiek) muntje met de waarde van een honderdste van de munteenheid
      • De middenklasse en de elite, gewend aan een comfortabel of luxueus leven, waren perplex en verkeerden van de ene dag op de andere in de situatie waarin de grote meerderheid van het Braziliaanse volk altijd leeft: zonder een centavo op zak. [2]
17 % van de Nederlanders;
27 % van de Vlamingen.[3]


enkelvoud meervoud
centavo centavos

centavo m

  1. (numismatiek) centavo


enkelvoud meervoud
centavo centavos

centavo m

  1. (numismatiek) centavo