censeren

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  censeren    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• cen·se·ren

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Latijn

Werkwoord

censeren

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
censeren	censeerde	gecenseerd
zwak -d	volledig

1. beoordelen, achten, waarderen
2. taxeren
3. berispen

Gangbaarheid

• Het woord censeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "censeren" herkend door:

37 %	van de Nederlanders;
37 %	van de Vlamingen.