• cel·plas·ma
enkelvoud meervoud
naamwoord celplasma celplasma's
verkleinwoord

het celplasmao

  1. alles waar een cel uit bestaat behalve de kern, de celmembraan en de eventuele celwand
    • De stabiliteit van de DNA-helix stelde de soepaanhangers voor een raadsel: DNA-moleculen zijn betrouwbare informatiedragers, maar spelen biochemisch gezien niets klaar. DNA heeft eiwitten nodig om zichzelf voort te planten, maar de informatie om die eiwitten produceren ligt juist opgeslagen in het DNA. Zonder DNA geen eiwit en zonder eiwit geen DNA. Chemicus Thomas Cech doorbrak deze kip-of-ei-impasse in 1982. Hij ontdekte dat RNA, in tegenstelling tot DNA, wél chemische reacties kan katalyseren. RNA-moleculen zijn in moderne cellen de boodschappers tussen het DNA in de celkern en eiwitfabrieken in het celplasma. [1] 
    • Dat celverbindingen via deze dunne buisjes bestaan had de Noorse bioloog Hans-Hermann Gerdes zes jaar geleden al aangetoond (Science, 13 februari 2004). Hij liet zien dat de buisjes celonderdelen, mitochondriën (energiefabriekjes van cellen), eiwitten en moleculen uit het celplasma doorgeven. [2] 
94 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[3]
  1. NRC Lucas Brouwers 24 maart 2012 Snorkelen in Darwins vijver
  2. NRC Michiel van Nieuwstadt 25 september 2010 Dierlijke cellen kunnen communiceren via elektriciteitskabeltjes
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be