cavalerieofficier

Nederlands

 
cavalerieofficier
Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·va·le·rie·of·fi·cier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cavalerieofficier cavalerieofficieren
cavalerieofficiers
verkleinwoord cavalerieofficiertje cavalerieofficiertjes

Zelfstandig naamwoord

de cavalerieofficierm

  1. (militair) bevelvoerder van een militaire eenheid die zich voortbeweegt op paarden
     Denk je dat hij toevallig vertrokken was? zei op diezelfde avond een kameraad, die tot de staf behoorde, sprekend over Jermolov, tegen de cavalerie-officier.[2]
     De Rode Baron was toen al een oorlogsheld van formaat. Hij was als cavalerie-officier overgestapt naar de luchtvaart en had in een jaar tijd tientallen geallieerde vliegtuigen neergehaald. Op 13 april 1917 zelfs vier op één dag.[3]
  2. (militair) bevelvoerder van een militaire eenheid die gebruikmaakt van pantservoertuigen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3.   Weblink bron
    Paulus Houthuijs
    “Rode Baron 'onsterfelijk beroemd' in vliegtuig van vriend Fokker” (21-04-2018,), NOS