cavalcade
- ca·val·ca·de
- van het Frans [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cavalcade | cavalcades cavalcaden |
verkleinwoord | cavalcadetje | cavalcadetjes |
de cavalcade v
- optocht te paard
- Elke 25 jaar vindt de Hanswijkcavalcade plaats in Mechelen.
- Het woord cavalcade staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "cavalcade" herkend door:
34 % | van de Nederlanders; |
53 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ cavalcade op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be