catalogeren

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  catalogeren    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ca·ta·lo·ge·ren

Woordherkomst en -opbouw

afleiding van catalogus

Werkwoord

catalogeren

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
catalogeren	catalogeerde	gecatalogeerd
zwak -d	volledig

1. van een bepaalde zaak: op de juiste plaats in een database of register opnemen

   • Als we over een pijnlijk doelpunt spreken, bedoelen we dat – gelukkig – meestal op een figuurlijke wijze. Maar het doelpunt van de spits van het Mexicaanse Atlante FC valt te catalogeren onder de letterlijke gevallen.  
   • De reacties lieten niet lang op zich wachten. Eerst van Edwin De Boeck, ex-hoofdeconoom van KBC en vandaag hoofd van de studiedienst van de NV-A, die er fijntjes op wees dat het niet zeker is dat de voorgestelde oplossing van de regering zich juridisch als een ‘commerciële geste’ zal laten catalogeren.  

2. van een groep voorwerpen: het maken van een register

Synoniemen

• [1] catalogiseren, ordenen, registreren

Gangbaarheid

• Het woord catalogeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "catalogeren" herkend door:

54 %	van de Nederlanders;
94 %	van de Vlamingen.